De witte kerkzaal Deze kerk is ontworpen door W. van de Kuilen en C. Trappenburg en werd in 1956 in gebruik genomen. Opdrachtgever was de Gereformeerde Kerk van de Watergraafsmeer. Het complex omvat drie onderdelen: het kerkgebouw, een pastorie en een verbindingsvleugel met dienstgebouw. De gebouwen liggen in een plantsoen. De bouwmassa wordt gedomineerd door de rechthoekige kerkzaal met aan de langsgevels een glas-in-betonstructuur en de ijle 28 meter hoge klokkentoren. De toren is opgebouwd uit een met baksteen beklede betonconstructie.

Het complex wordt gekenmerkt door een afwisseling van open en gesloten delen. De kerkzaal is berekend op 800 zitplaatsen. De glas-in-betonramen hebben figuratieve voorstellingen, die verwijzen naar het Bijbelboek Openbaringen.

De kerkzaal

De witte kerkzaal van de KoningskerkHet kerkcentrum bestaat uit een kerkzaal, volgens de Hernhuttertraditie geheel in wit uitgevoerd, plus een aantal kleinere zalen en een professionele keuken. Er is ook de mogelijkheid om de zalen te huren. Zie ook de zalenverhuurpagina voor meer informatie. De beide wanden van de kerkzaal bestaan uit beton met daarin afbeeldingen in glas en is zeer uniek, omdat deze techniek heel erg zeldzaam in Nederland is. De ramen zijn ontworpen door kunstenaar B. Hendriks. In het interieur staan op het podium de preekstoel en doopvont, beide van beton.

 

Figuratie glas in beton

In de beide zijwanden van de kerk zijn een tweetal visioenen uit het Boek der Openbaringen weergegeven. Hieronder staan een aantal afbeeldingen van de muren met de figuratie om een indruk te geven.

Rechtermuur

De glas-in-beton figuratie in de zuidoostelijke wand onderstreept de naam van het kerkgebouw. Het visioen van Christus, de Koning der koningen, uit Openbaring 19 is daar uitgebeeld. De ruiter; op zijn hoofd de opeengestapelde koningskronen, als in een overmaat van almacht. Met een niet falende zekerheid stoot Hij met zijn lans de laatste der zeven koppen van de draak neer. De hevige strijd wordt nog nader aangeduid door de vlammende ogen en door Het zwaard, dat uit zijn mond komt.

Linkermuur

In de andere zijwand is een engel afgebeeld, naar het visioen uit Openbaring 14, die het eeuwig Evangelie uit de hemel (men lette toen op de zon) naar de aarde brengt. Als symbool van het Evangelie, dat hij met luider stem verkondigd, heeft hij een boekrol in de hand. Zo wijst hij naar het viertal Evangelisten, die de boodschap van de Christus opgetekend hebben voor de kerk van alle eeuwen. Daarbij is de oud christelijke symboliek, die de Evangelisten als; de leeuw, de jongeling, het rund en de adelaar aanduidt, in een moderne versie nagevolgd.

De naam Koningskerk

Op nog twee plaatsen wordt de naam van de kerk nader onder de aandacht gebracht.

1. Doopvont

Het doopvont bestaat uit 3-betonnen ringen, die een geheel vormen, hetgeen weer duidt op de drie-eenheid Gods. Op de rand van het doopvont is in beton het woord Koningskinderen aangebracht.

2. Buitenzijde

Aan de buitenzijde van de kerk is de gesloten (doopvont) gevel aan de Glauberweg verlevendigd met de symbolische aanduiding van Christus, koningsschap over alles en allen; de koning der dieren, de leeuw, en de koning der vogels, de adelaar, zijn samengevoegd tot een griffioen, vervaardigd van gewapend beton. Aan deze zijde, waar indertijd ook de eerste steen is gelegd en een oorkonde ingemetseld werd, is ook de naam van de kerk en het jaartal (gevelsteen) van de bouw aangebracht, waarmee aan een ieder gezegd wordt, dat wij deze kerk bouwden "ad glorian Regis" = tot roem van onze Koning.